naar top

Definitief onteigeningsbesluit in het kader van de realisatie van een parallelweg langs de A11

Ministerieel besluit houdende een definitief onteigeningsbesluit voor de onteigening voor het algemeen nut in het kader van de realisatie van een parallelweg langs de A11 in Damme.

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

  • het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017, artikel 6, 1°, artikel 7 en artikel 28;
  • het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot delegatie van de beslissingsbevoegdheden aan de leden van de Vlaamse Regering, artikel 6, 7°.

Vormvereiste

De volgende vormvereiste is vervuld:

  • De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 13 juli
  • Op datum van 14 juli 2020 werd een voorlopig onteigeningsbesluit
  • Over dit voorlopig onteigeningsbesluit en zijn bijlagen werd een openbaar onderzoek georganiseerd dat plaatsvond van 14 december 2020 tot en met 12 januari

Motivering

Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:

  • Overwegende dat de Vlaamse Regering in haar regeringsverklaring de ombouw van de N49 tot volwaardige autosnelweg A11 heeft opgenomen;
  • Overwegende dat dit een uitvoering is van de bepalingen die zijn opgenomen in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen waarbij de A11 wordt gecategoriseerd als hoofdweg;
  • Overwegende dat de omvorming van de N49 tot autosnelweg A11 is voorzien in het Ruimtelijk Structuur Plan Vlaanderen en dat deze weg geselecteerd werd als de belangrijkste toegangsweg tot de haven van Zeebrugge;
  • Voor de omvorming tot een volwaardige autosnelweg moeten alle aansluitingen van onderliggende wegenis op de A11 verdwijnen. Deze lokale wegen moeten dan via een goed uitgewerkt onderliggend wegennet met elkaar verbonden worden. De parallelweg die in dit project zal gebouwd worden, realiseert deze doelstelling;
  • Overwegende dat de Unieke Verantwoordingsnota werd goedgekeurd op de Regionale Mobiliteitscommissie 7 november 2016;
  • Overwegende dat een geactualiseerde Unieke Verantwoordingsnota werd goedgekeurd in de Projectstuurgroep 17 september 2019;
  • Naar aanleiding van het openbaar onderzoek zijn er 4 opmerkingen en bezwaren ingediend;
  • 1 van de 26 innemingen is minnelijk verworven;
  • De nog niet verworven innemingen staan aangeduid op het onteigeningsplan 1M3D8J G 120820 02 innemingen 1 tot en met 11 en 13 tot en met 26;
  • Overwegende dat de onteigeningen volgens hierna vermelde plan nodig zijn voor voor de realisatie van een parallelweg langs de A11, wegvak Lapscheurestraat (kmp. 138.9) - gerealiseerde parallelweg A11 thv de molen van Hoeke (kmp. 3), te Damme;
  • Overwegende dat de aanleg van de parallelweg tussen de Damse Vaart en de Lapscheurestraat een deelproject is voor de omvorming tot een volwaardige autosnelweg op het grondgebied West-Vlaanderen en zal toelaten enkele kruisingen in de middenberm af te schaffen. Ook zal na uitvoering van dit deelproject de Lapscheurestraat en Fort Sint-Donaas niet langer aansluiten op de A11;
  • Overwegende dat door de aanleg van parallelwegen de kleinere aansluitende wegen kunnen geleid worden naar de ongelijkgrondse kruisingen. Hierdoor worden doorgaand en lokaal verkeer van elkaar gescheiden en kunnen ze elkaar conflictvrij Dit verhoogd de verkeersveiligheid aanzienlijk;
  • Gezien de huidige breedte van het openbaar domein zijn er onteigeningen nodig;
  • Overwegende dat voor de aanleg van deze parallelle weg een strook grond in breedte variërend tussen 25 en 35m en enkele woningen onteigend moeten worden;
  • Overwegende dat dat de innemingen tot een strikt minimum worden beperkt;
  • Overwegende dat de aanleg van deze parallelweg zo snel mogelijk gerealiseerd moet worden om de problematiek op het vlak van verkeersveiligheid en verkeersdoorstroming te verbeteren;
  • Overwegende dat de onteigeningen van de percelen die voor het project vereist zijn, om die reden dringend gerealiseerd moeten worden;
  • Een projectnota werd opgesteld, overeenkomstig artikel 12 van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017. Deze projectnota is als bijlage toegevoegd bij onderhavig besluit en maakt hier integraal deel van uit;
  • Uit het bovenstaande blijkt dat de beoogde werken als onteigeningsdoel de verkeerveiligheid en verkeersdoorstroming beogen en aldus kaderen in de noodzakelijke realisatie van een doelstelling van algemeen nut;
  • Het onteigeningsdoel kan enkel worden bereikt middels onteigening. Er bestaat redelijkerwijze geen alternatief voor het gebruik van de onteigeningsdwang;
  • De onteigeningsnoodzaak als middel voor de realisatie van gewestwegen blijkt tevens uit artikel 24, § 4 van het Vlaams Onteigeningsdecreet;
  • Uit al het bovenstaande blijkt dat de onteigening aldus noodzakelijk is en het algemeen belang dient. Het onteigeningsdoel kan niet worden gerealiseerd indien niet alle innemingen in volle eigendom verworven zijn;
  • Overwegende dat om al deze weginfrastructuurwerken te kunnen realiseren en nadien het onderhoud en het beheer daarvan duurzaam te kunnen blijven garanderen de gedwongen verwerving van de op het onteigeningsplan aangeduide innemingen noodzakelijk zijn. Zonder de verwerving van deze onroerende goederen in volle eigendom kan de projectdoelstelling van algemeen nut niet gerealiseerd worden;
  • Het aanleggen, beheren en onderhouden van de voornoemde infrastructuur behoort tot de basistaken van de overheid en vereist een coherent en doelmatig beheer en beleid. Van de desbetreffende weginfrastructuur dient onder alle omstandigheden een veilig en doelmatig gebruik te kunnen worden Dit kan enkel indien de wegbeheerder zelf kan instaan voor de realisatie en het beheer ervan.
  • Het onteigeningsdoel kadert verder binnen de gewestelijke aangelegenheden en binnen het gewestelijke belang dat het Vlaamse Gewest dient ten uitvoer te leggen en te beheren. Om deze redenen is de verwerving van de niet minnelijk verworven onroerende goederen voor de realisatie van de parallelweg in kwestie noodzakelijk en dringt de onteigening door de Vlaamse regering zich op van de onroerende goederen zoals afgebeeld op het onteigeningsplan en aldaar nader omschreven in de

DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN

BESLUIT:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder Agentschap Wegen en Verkeer: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Wegen en Verkeer.

Art. 2. In het algemeen belang moeten voor de realisatie van een parallelweg aan de A11 de onroerende goederen op het grondgebied van de stad Damme in bezit worden genomen door het Agentschap Wegen en Verkeer.

De onroerende goederen worden onteigend conform het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.

Art. 3. De gerechtelijke fase wordt aangevat.

Art. 4. Het door de minister ondertekende plan 1M3D8J G 120820 02, waarop de in bezit te nemen onroerende goederen omschreven zijn en in het geel ingekleurd zijn, de goedgekeurde projectnota en het verslag van het openbaar onderzoek zijn opgenomen in bijlage 1, 2 en 3, die bij dit besluit zijn gevoegd.

Gepubliceerd op dinsdag 13 april 2021